INTRODUCTIE
Dit lesprogramma is voor leerlingen in het basisonderwijs en is geschreven voor Fryslân in Dialoog.
DOELSTELLING
Dit lesprogramma heeft als doel leerlingen inzicht te geven in het dialogisch communiceren. Via de 4-stappen methodiek leren de leerlingen kennis te maken, ervaringen te delen, te dromen en te doen.
Centraal in de dialoog is het uitgangspunt: “Ruimte voor jou geeft ook ruimte voor mij”. Iedere leerling vertelt zijn of haar verhaal, ervaring, idee, dromen. Een ander stelt misschien een vraag, vraagt om een toelichting of wil graag meer informatie, maar geeft geen commentaar, kritiek of oordeel. Hierdoor ontstaan ruimte en veiligheid en kan werkelijke ontmoeting en verbinding ontstaan.
AANSLUITING BIJ KERNDOELEN EN VERANTWOORDING
In een overbeladen lesprogramma is hiervoor anderhalf uur uittrekken veel tijd. Dit lesprogramma sluit echter aan bij een aantal kerndoelen.
Bij het leergebied ‘Nederlands’ komen de volgende aspecten aan bod:
Luisteren naar elkaar (sociale vorming);
Inleven in andermans situatie (sociale vorming);
Een eigen mening vormen en uiten (identiteitsvorming, mondelinge taalvaardigheid).
Bij het leergebied ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’ zijn dat ‘Mens en samenleving’:
Kennis van maatschappelijke thema’s (informatieverwerking, maatschappelijke vorming,
burgerschapsvorming!)
Nodig leerlingen uit actief mee te doen aan het kringgesprek en een positieve bijdrage te leveren aan de samenleving. Het gaat hierbij om datgene wat van belang is voor betekenisverlening aan het eigen bestaan, dat van anderen én dat van de wereld.
Door dialoog te hanteren leren leerlingen om te gaan met de belevingswereld van klasgenoten. Ze leren respectvol luisteren en verantwoordelijk om te gaan met verschillende opvattingen van anderen. Door het uitdrukken van eigen gedachten of gevoelens in een veilige setting ontwikkelt de leerling meningsvorming en zelfvertrouwen.
LESDUUR EN OPZET
Dit lesprogramma beslaat 90 minuten en is naar eigen behoefte uit te breiden met bijvoorbeeld:
Een presentatie over het onderwerp (mondelinge taalvaardigheid);
Het maken van beeldend materiaal (kunstzinnige vorming);
Schrijven van ‘Terugblik’ voor Nieuwsbrief (taal en vormgeving).
Kinderen zijn erg creatief in het verzinnen van een vervolgopdracht, dus misschien kunnen zij jou inspireren!
LESINHOUD
Ter voorbereiding is het prettig als je kranten, tijdschriften of folders verzamelt over het gekozen onderwerp. Hoe meer informatie en beelden kinderen tot hun beschikking hebben, hoe beter.
LESVORM
Dialogisch communiceren begint met een introductie over dialoog en het vooraf gekozen onderwerp. Daarna gaan de leerlingen met behulp van een praatstok met elkaar in dialoog.
De praatstok heeft als doel de leerling kennis te laten maken met een heel betekenisvolle traditie. Indianen lieten hun kinderen verhalen vertellen met hulp van een ‘praatstok’. Iedereen nam plaats in een kring en degene die de praatstok vast had werd niet onderbroken. Pas als de persoon uitgesproken was werd de stok doorgegeven aan de volgende en zo kwam iedereen altijd aan het woord. Iedereen luistert met respect naar elkaar! Het is een eigenschap dat kinderen in het leven veel inzicht, wederzijds begrip en sociale vaardigheden kan bieden!
LES ‘DIALOOG’
Vooraf klaarleggen:
Krantenknipsels, 4-stappen methodiek, praatstok, eventueel knutselmateriaal.
Les samengevat:
Inleiding door leerkracht
Kennismaken
Ervaringen delen
Pauze
Dromen
Doen
Afronden van de dialoog (ervaringen bespreken)
INLEIDING DOOR LEERKRACHT
Opdracht 1
Wat weten leerlingen van dialogisch communiceren? Wat maakt het verschil tussen dialoog, debat of discussie?
Opdracht 2
Neem de spelregels van de dialoog met de leerlingen door. Dit creëert duidelijkheid over hoe het gesprek gaat verlopen en wat de leerlingen van elkaar kunnen verwachten. Het maakt ook dat je tijdens het gesprek kan teruggrijpen op de afspraak die aan het begin is gemaakt als het gesprek in een debat of discussie over lijkt te gaan.
Dialoogregels:
RESPECT! Dus, behandel een ander zoals jij zelf behandeld wilt worden;
laat elkaar uitpraten en geef ook tijd om na te denken;
probeer zonder oordeel naar elkaar te luisteren;
wacht op je beurt en reageer vriendelijk;
als je iets niet snapt: vraag een voorbeeld of toelichting.
Samen maken we er een mooie dialoog van!
Opdracht 3
Leg de 4-stappen methodiek uit.
De gespreksmethode is gebaseerd op de methode Appreciative Inquiry en bestaat uit 4 stappen: Kennismaken, Ervaringen delen, Dromen en Doen.
Het belangrijkste resultaat van de dialoog is dat leerlingen zich verdiepen in elkaar, waardoor ze meer inzicht in en begrip voor elkaar krijgen.
De openheid van het gesprek maakt dat er ruimte is voor nieuwe ideeën, inspiratie, ontspanning en ontmoetingen.
KENNISMAKEN
Geef een eerste reactie over wat je hebt met het gekozen thema.
Wat roept het onderwerp bij je op?
Waar moet je meteen aan denken?
Welke beelden komen bij je binnen?
Wat vind je leuk aan in dit onderwerp?
ERVARINGEN DELEN
Kun je iets vertellen over wat je hebt ervaren over dit onderwerp? Nu wat uitgebreider.
Wanneer heb je dit ervaren? Waar was je? Wat deed je?
Welk gevoel krijg je erbij?
Kun je iets vertellen over een persoonlijke ervaring?
Geef eens een voorbeeld?
Welke beelden zie je voor je?
PAUZE
Lang stilzitten is voor de meeste leerlingen een uitdaging. Een korte pauze inlassen is daarom zeer gewenst.
DROMEN
Stel je eens voor hoe dit eruit ziet voor jezelf, in jouw dorp of wijk. Hoe ziet het eruit in een ideale situatie?
Als je kon toveren, wat zie je dan voor je?
Als je je fantasie eens de vrije loop laat?
Als je je hart nu eens laat spreken?
Wat zie je als een fantastische werkelijkheid?
Wat gebeurt er nu met je?
Hoe ziet dat er uit?
Hoe reageren mensen op elkaar?
DOEN
Kies nu iets waar je enthousiast van wordt. Wat zou je willen doen? Wat is je eerste stap?
Leg het eens duidelijk uit, zodat anderen er niet naar hoeven te raden?
Maak het eens heel dichtbij, in je eigen buurt, wijk of dorp?
Wat wil je bereiken?
Wat heb je er voor nodig?
Wie wil je erbij betrekken?
Wat is je eerste stap?
AFRONDING (ervaringen bespreken)
Opdracht 1
De meningen van de leerlingen bespreken. Wat was leuk? Wat niet zo leuk? Wat kan beter?
Opdracht 2
Door aan het eind van het gesprek te benoemen wat een leerling gaat doen, ontstaan er vaak ideeën voor een vervolggesprek of plannen die gezamenlijk uitgevoerd kunnen worden.
Indien gewenst vervolgactiviteiten met de klas bespreken.
Bedank de leerlingen voor hun openheid en het vertrouwen!
Copyright © 2016
Dit is een uitgave van Happy van der Heide
www.hip-happy.nl